Wat doen bij problemen met uw advocaat
Het beroep van advocaat is streng gereglementeerd, een advocaat kan dus niet zomaar doen wat hij of zij wil. Advocaten moeten zich niet alleen aan de wet houden, de manier waarop zij hun beroep uitoefenen wordt in belangrijke mate bepaald door hun deontologische code, die terug te vinden is in de Codex Deontologie voor Advocaten (afgekort CDA).
Zo’n deontologische code stimuleert integer gedrag en voorkomt niet-integer gedrag, en heeft daarnaast ook een controlerende functie: wanneer de afspraken in een code niet worden nageleefd, kunnen er immers sancties volgen. Een deontologische code vormt ook een contract met de samenleving: in de CDA wordt beschreven waar advocaten voor staan en waarop ze kunnen aangesproken worden.
Met vragen of klachten over Uw advocaat kan U altijd terecht bij de stafhouder van de Orde.
Vragen over de manier van werken van uw advocaat
Wanneer u vragen hebt over de manier waarop uw advocaat werkt of wanneer u denkt dat uw advocaat zijn beroepsregels geschonden heeft, kan u uitleg vragen aan of een klacht indienen bij de stafhouder van de Orde waarvan uw advocaat lid is (via balie@baliedendermonde.be)
De stafhouder zal u altijd ernstig nemen en zal uw vragen beantwoorden of uw klacht onderzoeken, en u daarover informeren.
Een officiële klacht aan de stafhouder
Een officiële klacht moet altijd schriftelijk ingediend en ondertekend worden, met vermelding van
- de datum,
- uw volledige identiteit
- de reden van uw klacht.
Wanneer de stafhouder tot het besluit komt dat uw klacht voldoende ernstig is en gegrond zou kunnen zijn, kan zij/hij een tuchtonderzoek opstarten tegen uw advocaat. In dat geval zal uw klacht grondig onderzocht worden en zal u daarover door de stafhouder geïnformeerd worden.
Wanneer het onderzoek voltooid is, moet de stafhouder in een schriftelijke en gemotiveerde beslissing duidelijk maken welk gevolg er aan het onderzoek gegeven wordt.
Wanneer het onderzoek uitwijst dat uw klacht gegrond is en dat de vastgestelde inbreuken voldoende zwaar wegen, wordt het dossier overgemaakt aan de tuchtraad, en zal de betrokken advocaat opgeroepen worden om voor die tuchtraad te verschijnen. De tuchtraad is een wettelijke instelling, die als een rechtbank oordeelt over de opgeroepen advocaten en die hen ook zal bestraffen voor de door hen begane inbreuken (wanneer die bewezen worden geacht). De zwaarst mogelijke straf is de schrapping. Dit betekent dat de veroordeelde advocaat wordt weggestuurd van de balie en zijn/haar beroep niet langer zal mogen uitoefenen.
Wanneer de stafhouder van oordeel is dat uw klachten niet bewezen werden door het tuchtonderzoek of dat de onderzochte feiten niet zwaar genoeg wegen om een advocaat voor de tuchtraad te brengen, dan zal hij/zij het dossier rangschikken zonder gevolg.
Kan u niet akkoord gaan met de beslissing van de stafhouder, dan kan u tegen die beslissing in beroep gaan bij de voorzitter van de tuchtraad.
De wet verplicht de stafhouder om in zijn/haar beslissing duidelijk te vermelden hoe u dat beroep moet instellen, en binnen welke termijn.
Mocht u zes maanden na het indienen van uw klacht nog geen reactie van de stafhouder hebben ontvangen, dan kan u dit bij aangetekende brief signaleren aan de voorzitter van de tuchtraad, die het dossier dan zelf zal activeren. Stilzitten is voor de stafhouder dus geen optie. Voor uw brief aan de voorzitter van de tuchtraad hebt u dan weer drie maanden extra de tijd, dus tot negen maanden na de datum van uw eerste klacht.
Beroep doen op Ombudsdienst
U kan ook een beroep doen op de Ombudsdienst – LIGECA. Deze ombudsdienst behandelt alle mogelijke conflicten die kunnen ontstaan tussen een advocaat en zijn/haar cliënten, en die betrekking hebben op de professionele dienstverlening van de advocaat. Ook de advocaat zelf kan zich tot die ombudsdienst wenden. Voorbeelden van dergelijke conflicten zijn:
- een cliënt vindt dat zijn advocaat te veel geld vraagt voor zijn diensten;
- een cliënt is ontevreden omdat hij zijn advocaat nooit kan bereiken of geen antwoord krijgt op zijn brieven en mails;
- een advocaat vindt dat zijn cliënt te weinig informatie geeft om de zaak goed te kunnen behandelen;
- een advocaat is ontevreden omdat zijn cliënt noodzakelijke bewijsstukken of documenten te laat bezorgt.
Voor tuchtrechtelijke inbreuken, dus voor overtredingen van de Codex Deontologie voor Advocaten is alleen de stafhouder bevoegd.
Voor meer informatie over deze ombudsdienst kan u terecht op de website https://ligeca.be.